MLADI BLAZERS ENSEMBLE, kamermuziekconcert in De Tamboer op 5 februari 2017
Fluit Pepijn van Doesburg
Hobo Nadine Bults
Klarinet Rob van der Vlugt
(Bas)klarinet Hanka Clout
Fagot Marijke Zijlstra
Hoorn Eric Aikema
Programma
A. Dvořák, “Amerikaans Quartet ” opus 96 nr. 12 (1893)
(1841 -1904)
- Allegro ma non troppo
- Lento
- Molto vivace
- Finale: Vivace ma non troppo
B. Martinu, Vier madrigalen voor blaastrio
(1890-1959)
L. Janáček, “ Mládi ” voor blaassextet ( 1924)
(1854 - 1928)
- Allegro
- Andante sostenuto
- Vivace
- Allegro animato
Pepijn van Doesburg kreeg zijn opleiding van Abbie de Quant aan het Utrechts conservatorium, waar hij zijn UM-diploma met onderscheiding behaalde. Hij volgde meestercursussen bij Aurèle Nicolet, William Bennett, Peter-Lukas Graf en Barthold Kuyken en studeerde enige tijd bij Philippe Bernold aan het Conservatoire National Supérieur de Musique de Lyon. Pepijn speelde in de meeste Nederlandse beroepsorkesten, en daarnaast onder meer in het Schönberg Ensemble, het Asko Ensemble en Nieuw Sinfonietta Amsterdam. Sinds 1997 is hij als fluitist verbonden aan het Noord Nederlands Orkest te Groningen. Hij speelde in verschillende kamermuziekformaties en voerde een aantal programma’s uit met zangers, zoals de mezzosopranen Margriet van Reisen en Tania Kross en de sopraan Selma Harkink.
Nadine Bults begon haar hobostudie aan het conservatorium te Maastricht bij Hans Roerade, solohoboïst in het Residentieorkest. Zij vervolgde haar studie aan het Sweelinckconservatorium te Amsterdam. De 1-fase bij Jan Spronk (solohoboïst in het Koninklijk Concertgebouworkest) en slaagde daar voor in 2000. Ze deed vervolgens de 2-fase bij Pauline Oostenrijk (solohoboïste in het Residentieorkest) die zij in 2003 met succes heeft afgerond. Tijdens haar conservatoriumjaren deed Nadine ervaring op in het Nationaal Jeugd Orkest,waarmee ze tournees maakte door Spanje, Portugal en Duitsland. Met het Koninklijk Concertgebouworkest maakte ze een tournee door Japan. Nadine volgde masterclasses in Spanje en Italië bij Thomas Indermühle en in Hamburg bij Claus Becker. Nadine speelt sinds augustus 2003 als hoboïste in het Noord Nederlands Orkest
Rob van der Vlugt studeerde klarinet in Utrecht bij Aart Rozenboom, behaalde in 1980 het diploma uitvoerend musicus aan het Utrechts conserva¬torium. Daarna studeerde hij enige jaren bij Jolle Kuckriede in Den Haag. Rob van der Vlugt is klari¬nettist in het NNO.
Hanka Clout (1981, Heerlen) studeerde piano en klarinet aan de conservatoria van Maastricht, Rotterdam en Amsterdam, bij de Poolse pianodocent Barbara Grajewska, en bij klarinetdocenten Harmen de Boer en Hans Colbers, waarbij ze voor zowel piano als klarinet cum laude afstudeerde. Tijdens haar studie had Hanka regelmatig les van esklarinettisten Harrie Troquet en Arno Piters, en fagottist Brian Pollard. Op dit moment volgt ze basklarinetlessen bij Davide Lattuada, basklarinettist bij het KCO. Hanka is tweede, bas- en esklarinettist van het NNO. Ze remplaceert bij diverse orkesten, zoals het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Gelders Orkest, Ballet Orkest, HET Symfonieorkest, het Residentie Orkest en het Radio Filharmonisch Orkest. Daarnaast maakt ze deel uit van Trio Drie Ooghoogten, Het Zwols Collectief en het Amsterdam Wind Quintet, waarmee ze in 2014 een tournee door China maakte met 11 concerten in o.a. Beijing, Shanghai en Guangzhou. Hanka heeft als klarinet- en pianodocent een drukke lespraktijk in Zwolle.
Marijke Zijlstra (1986) begon op haar tiende met fagot spelen. Haar studie startte ze aan het conservatorium in Groningen, maar stapte na twee jaar over naar het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Daar studeerde ze bij Johan Steinmann en Remko Edelaar en rondde in 2011 de masteropleiding af.
Marijke remplaceert regelmatig bij orkesten en ensembles, zoals het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Nederlands Kamer Orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Nederlands Blazers Ensemble en het Asko/Schoenberg ensemble. Ook maakt ze deel uit van het Amsterdam Wind Quintet. Verder volgde Marijke masterclasses en lessen bij Gustavo Núñez, Ronald Karten en Dorian Cooke Sinds 2014 is Marijke als fagottiste verbonden aan het Noord Nederlands Orkest.
Eric Aikema studeerde in Groningen bij Hans Dullaert en Frank Brouns en behaalde daar zijn diploma uitvoerend musicus. Vanaf 1996 remplaceerde hij bij onder meer het NNO, Radio Kamer Orkest, Radio Filharmonisch Orkest, Gelders Orkest, Nederlands Philharmonisch Orkest en Nederlands Kamer Orkest. In 2007 werd hij als derde en plaatsvervangend eerste hoornist verbonden aan het NNO. Hij speelt in verschillende ensembles en maakte hiermee tournees naar Zuid-Afrika en Frankrijk. Hij werkte mee aan cd-, televisie- en radio-opnames in opdracht van Stichting Muziekcentrum van de Omroep.
Antonin Dvorak, Amerikaans Quartet (opus 96/12)
In de muziekgeschiedenis gaat Antonin Dvorak (1841 – 1904) niet door voor een nieuwlichter en die pretentie heeft hij ook nooit gehad. Oprechtheid en schoonheid, dat was wat hij nastreefde. Vanuit het hart, naar het hart. Zijn muziek is wel duidelijk herkenbaar; hij heeft een eigen stijl, met onmiskenbare Slavische, Boheemse en nationalistische trekken, met een uitgesproken Slavische ritmiek en kleur.
Dvorak behoort ook tot die zeldzaam voorkomende componisten, zoals Mozart, Haydn en Schumann, die werken schreven in alle muziekgenres, of het nu soloconcerten, kamermuziek, liederen, pianomuziek, of opera’s betrof. Dvorak behoort tot de zeer groten.
Hij kreeg een grondige opleiding aan de Praagse Orgelschool, werd in 1873 organist aan de St Adelbergkerk in Praag en debuteerde succesvol met zijn Slavische dansen, nog steeds een repertoirestuk, geliefd bij alle grote symfonie-orkesten. Liszt en Brahms hadden grote waardering voor zijn composities en steunden hem waar zij maar konden. In 1892 werd Dvorak aangesteld als directeur van het Nationaal Conservatorium in New York. Tijdens zijn periode in de VS ontstonden zijn bekendste werken, waarin hij vaak Amerikaanse negro-thema’s in verwerkte, zowel in zijn symfonische muziek – de Symfonie uit de nieuwe wereld – als in de kamermuziek, b.v. het Dumky trio en het Amerikaanse kwintet.
Tijdens een bezoek aan Spillville, Iowa, ontving hij drie autochtone bewoners uit deze streek en zij voerden oorspronkelijke authentiek Indiaanse muziek voor hem uit. Dvorak, die zijn hele leven volksmuziek bestudeerde en verzamelde, was van deze uitvoeringen erg onder de indruk. Elementen daaruit verwerkte hij o.a. in een kwartet en het zogenaamde Amerikaanse kwintet. De basis voor het Kwartet schreef hij in drie dagen. Daarna begon hij direct aan het kwintet.
Leos Janacek: “Mladi” voor blaassextet (1924)
Leos Janacek (1854 – 1928) studeerde, evenals Dvorak, orgel in Praag. Na 12 jaar dirigent te zijn geweest van het stedelijk symfonieorkest van Brno/Brünn, vervolgde hij zijn studie in Leipzig en Wenen. In 1881 kwam hij terug in Brno en richtte daar een orgelschool op. Hij werd – laat – beroemd met zijn opera “Jenofa”, waarvan de eerste opvoering in 1916 in Praag plaatsvond. In 1919 werd hij leraar compositie aan het conservatorium van Brno. Internationaal werd hij vooral bekend door zijn opera “Herinneringen uit een dodenhuis” (1927) en zijn Sinfonietta van 1926.
Janacek interesseerde zich voor de Moravische volksmuziek en bestudeerde daarin vooral de taalritmiek, de lach, het verdriet, het gezang van de vogels. Tegelijk met Claude Debussy, maar onafhankelijk van hem, integreerde hij dissonanten en polytonaliteit in zijn composities. Daarbij ging hij voorbij aan de traditionele compositievormen en thematische ontwikkelingen maar zette melodische, ritmische en muzikale cellen naast elkaar. Zo bracht hij een kleurrijk, levendig muzikaal beeld tot stand, waarin echo’s van de menselijke stem instrumentaal gebruikt werden. Dat is allemaal terug te vinden in zijn sextet.
Bohuslav Martinu: Vier Madrigalen voor blaastrio.
Bohuslav Martinu (1890 – 1959), geboren in Oost Moravië, behoort tot een van de meest getalenteerde, maar ook meest miskende componisten van de vorige eeuw. Hij schreef meer dan 400 werken, die wereldwijd, Frankrijk uitgezonderd, te weinig bekendheid genieten. Tussen 1923 en 1940 leefde hij in Parijs. De muziek van Debussy, Roussel, Dukas en later ook Mahler en Strausz inspireerden hem. Van 1941 tot 1953 woonde hij in de VS. In deze periode ontstonden zijn zes symfonieën. Martinu is een meester op het gebied van de kamermuziek. Hij schreef ongeveer 90 werken voor kleine bezettingen en daartoe behoren duetten, nonetten, de pianokwartetten en de Madrigalen.
Copyright @ Vrienden van de Tamboer Webdesign: Hajé Rundervoort